Madagascar Almond Tree APP
Terminalia mantaly groeit 10-20 m met een rechtopstaande stengel en nette, opvallend gelaagde takken. Schors lichtgrijs, glad en nogal gevlekt. Bladeren glad, heldergroen als ze jong zijn, in eindrozetten van 4-9 ongelijke bladeren op korte, verdikte stengels; lengte tot 7 cm, top breed afgerond, basis zeer taps toelopend, marge golvend. Bloemen klein, groenachtig, in rechtopstaande punten tot 5 cm lang. Fruit klein ovaal; zaden, ongeveer 1,5 cm lang zonder duidelijke vleugels. De generieke naam komt van het Latijnse ‘terminalis’ (eindigend) en verwijst naar de gewoonte dat de bladeren aan de uiteinden van de scheuten vol zitten.
Het is inheems in Afrika. Het kan worden gevonden aan de oostkant van het Institute of Molecular Biology.
Kenmerken:
Loofboom. Bladeren eenvoudig, gefascineerd aan de uiteinden van vertakkingen, omgekeerd, afgerond op top, ca. 5 cm lang, de gehele marge.
Indische amandel, Madagascar-amandel en Filippijnse amandel behoren tot de familie Combretum, en het zijn veel voorkomende sier- en straatbomen geplant voor schaduw.
De Indiase amandel, die zouttolerant is, wordt op grote schaal gecultiveerd en naturaliseert in verschillende delen van de wereld. De zaden worden verspreid door water en vleermuizen. De wortel en schors worden gebruikt voor het bruinen. De kernel is ook eetbaar. In vergelijking met de Indiase amandel, heeft de Madagascar-amandel slanke vertakkingen en kleinere bladeren. Beiden zijn bladverliezend in de herfst en winter.