Verb Forms with Hindi Meanings APP
Wat zijn de vormen van het werkwoord?
In het Engels zijn er verschillende soorten werkwoorden. Alle werkwoorden behalve modale hulpwerkwoorden ("helpen") hebben ten minste drie verschillende vormen.
de eenvoudige (of onverbogen of basis) vorm:
dansen, spelen, typen, haast u, concentreren, communiceren, trekken, leeft, snijden, zetten, brengen, rennen, zingen, drinken, spreken, schrijven
de 3e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (of -s) vorm:
danst, speelt, typt, haast zich, concentreert, communiceert, trekt, leeft, snijdt, zet, brengt, rent, zingt, drinkt, spreekt, schrijft
het tegenwoordige (of -ing) deelwoord en gerundium:
dansen, spelen, typen, haasten, concentreren, communiceren, trekken, leven, snijden, zetten, rennen, brengen, zingen, drinken, spreken, schrijven
Een paar onregelmatige werkwoorden hebben alleen deze drie vormen -- werkwoorden zoals knippen en zetten. De verleden tijd en het voltooid deelwoord van deze werkwoorden zijn hetzelfde als de eenvoudige vormen.
De meeste werkwoorden zijn regelmatig. Regelmatige werkwoorden en sommige onregelmatige werkwoorden (zoals bring) hebben vier vormen, de drie hierboven, een vierde vorm die zowel als verleden tijd als voltooid deelwoord dient:
de verleden tijd en voltooid deelwoord:
danste, speelde, typte, haastte zich, concentreerde, communiceerde, trok, leefde, bracht
Een klein aantal onregelmatige werkwoorden heeft vier vormen, de top drie en een vorm in de verleden tijd die verschilt van de voltooid deelwoordvorm. De eenvoudige vorm van dit soort onregelmatig werkwoord wordt gebruikt waar een voltooid deelwoord zou worden gebruikt.
de verleden tijd vorm: ran
Sommige onregelmatige werkwoorden hebben vijf verschillende vormen: de drie vormen die alle werkwoorden hebben en een aparte verleden tijd en voltooid deelwoord.
de verleden tijd vorm: zong, dronk, sprak, schreef
de voltooid deelwoordvorm: gezongen, dronken, gesproken, geschreven
Het werkwoord zijn
Het werkwoord be heeft meer vormen dan enig ander werkwoord. Het heeft een eenvoudige vorm, een -ing deelwoordvorm, een voltooid deelwoordvorm, een eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd vorm, een derde persoon tegenwoordige tijd (-s) vorm, een meervoud tegenwoordige tijd vorm, een enkelvoud verleden tijd vorm, en een meervoud
verleden tijd vorm:
de eenvoudige vorm: be
de -ing deelwoordvorm: being
het voltooid deelwoord: geweest
de eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd vorm: am
de derde persoon tegenwoordige tijd (-s) vorm: is
de meervoud tegenwoordige tijd vorm: are
de enkelvoud verleden tijd vorm: was
de meervoud verleden tijd vorm: were
De modale hulpstoffen
Elke modale hulpvorm heeft slechts één vorm*: kan, zou, zou, zou, zou, zou, mag, zou en moet.