Dua Faraj APP
Als een persoon wordt omringd door tegenslagen of intriges, moet hij deze dua'a reciteren om door krappe situaties, impasses en crises te komen.
In islamitische terminologie betekent het woord du'a of dua (Arabisch: دعاء) letterlijk aanroeping, wat wordt beschouwd als de daad van smeekbede, en moslims beschouwen het als een diepe praktijk van aanbidding. Het woord dua is afgeleid van een Arabisch woord dat “oproepen” of “roepen” betekent, terwijl Faraj emancipatie van verdriet en opening (of verbetering van de werken / zaken) betekent.
Du'a Faraj, die wordt toegeschreven aan Imam Mahdi, is geciteerd in diverse compilaties zoals Konuz al-Nejah (Sheikh Tabarsi), Wasael al-Shia (van Sheikh Al-Hurr al-Aamili), Jamal al-Usbu (van Sayyed Ibn Tawus) enzovoort. Er wordt geciteerd dat Imam Mahdi du'a Faraj leerde aan Muhammad ibn Ahmad ibn Abi Layth, die beschut was tegen Kadhimiya uit de angst om gedood te worden. Hij redde zichzelf van de dood door deze du'a te reciteren. Deze smeekbede is ook beschikbaar in het beroemde boek van Mafatih al-Janan. Trouwens, de du'a van "Allahuma Kon LeWaliyyek al-Hujjat ibn al-Hassan [9] (wat betekent: O Allah, wees, voor Uw vertegenwoordiger, de Hujjat (bewijs), zoon van AlHassan)" [10] is ook beroemd als gevolg van Faraj door sjiitische moslims.